Inspiratie 100% puur en onverdund
Met grote regelmaat voeren we inspirerende gesprekken, met ervaren makers, schrijvers en andere creatieven, die de zin om te maken alleen maar vergroten. En soms, heel soms, zit daar dan een bijeenkomst bij, die letterlijk hongerig naar de pen maakt, zo’n zin om te schrijven ontstaat daaruit. Vandaag was zo’n dag; in het kader van Lear sprak ik vandaag uitgebreid met de Vlaamse meester van Shakespeare-bewerkingen, Tom Lanoye. De man die de jambe (de versvorm waarin Shakespeare veelal schreef en waarin ook onze voorstelling HENDRIK voor een groot gedeelte is geschreven) welhaast opnieuw uitvond met zijn weergaloze werk ‘Ten Oorlog’, maar die ook al jaren hoge ogen gooit met zijn romans, zoals het prachtige ‘Sprakeloos’ en meest recent ‘Gelukkige slaven’. Ik sprak met hem in zijn werkkamer.
Na de eerste gezonde spanning van onze ontmoeting te hebben afgeschud – en ik ook
– ontstond er al snel een aangenaam en inspirerend gesprek waarbij een heel scala aan onderwerpen, teksten, denkers en ideeën over en weer gingen. Lanoye is een vlotte prater, haarscherp denker en groot kenner van het werk van Shakespeare zo bleek eens te meer. Momenteel is hij druk met Hamlet vs. Hamlet, de bewerking die hij maakt voor regisseur Guy Cassiers, waar hij honderduit over sprak (première maart 2014 – gaat dat zien, dat belooft in ieder geval een fantastische tekstbewerking te worden!) In een uitgebreid gesprek vlogen we van Romeo & Julia naar Hamlet, naarMacbeth, naar King Lear en weer terug. Van psychologie naar locatietheater, via Ad Melkert en dementie naar de werking van het geweten. Van de huidige Belgitude naar de jambe, natuurlijk naar de jambe. We spraken over de kern van de storm (in King Lear); over humor en drama en hoe het één dateert en het ander niet. Over HENDRIK, over leentjebuur spelen en over het ontstaan van Risjaar de Modderfokker. Overeenkomsten en verschillen in interpretatie kwamen naar boven drijven. Lastige personages en mogelijke bewerkingsoplossingen werden uitgewisseld. De grenzen aan de vrijheid van het bewerken van de grote meester Shakespeare werden opgezocht. (conclusie: ‘Die zijn er niet. Zolang het maar werkt. Zolang het echt in functie is van je bewerking kun je alles op zijn minst uitproberen.’)
Kortom, het voelde een beetje als thuiskomen, het met hem te mogen hebben over Shakespeares prachtige stukken, over de heerlijke worsteling om één van die stukken te bewerken tot een actuele en relevante, pakkende en scherpe voorstelling. Het voelde welhaast bevrijdend om dat vuur ook bij hem zo te zien branden. Het was fijn om een soort bevestiging te krijgen dat mijn gekozen werkwijze voor het bewerken van Lear helemaal geen gekke is. Tips en nieuwe inzichten kwamen op hoge snelheid op me af. En Tom? Die was gewoon Tom en had in zijn wervelwind van wijsheden misschien niet eens in de gaten hoeveel hij mij vooruit heeft geholpen en geïnspireerd met dit gesprek.
We zijn op de goede weg. Dit klopt. Die bevestiging heeft dit gesprek in ieder geval opgeleverd. Het zouden wel eens hele mooie zomers kunnen worden de komende jaren, met schrijven en schrappen, schrijven en grijnzen en verkneukelen en verkreukelen en verfoeien en verfraaien. Wij hebben er nu al zin in.
Tom, dank je wel voor nu!
Jeroen Konings
En oh ja, toch mooi, dat ik nu een gesigneerde Lanoye in de kast heb staan en hij een gesigneerde Konings op zijn bureau heeft liggen. In zijn werkkamer…